Site pictogram

Tips voor het rijden van lange afstanden op de motor

lange afstanden rijden met de motor

Ongetwijfeld leg jij als motorrijder wel eens lange afstanden af. Of je nou een dagje in Nederland wilt gaan toeren of op vakantie gaat. Hoe hou je dat het beste vol en hoe weet je wanneer je te lang aan het rijden bent? Hier zijn vijf handige tips op een rij. Het rijden van lange afstanden op de motor doe je vast niet iedere dag. Het is daarom belangrijk om je goed voor te bereiden op een lange motorrit. Het voordeel daarvan is dat je plezieriger rijdt en je bewaakt de veiligheid van jezelf en die van anderen.

#1. Kies de juiste motor

Een toermotor is niet perse gemaakt voor lange afstanden, maar zijn praktisch om veel bagage te kunnen meenemen. De meeste (Harley) motoren zijn prima geschikt om lange afstanden te rijden. Het gaat er met name om dat er gewicht in zit en dat de motor veel vermogen heeft waar je goed lange ritten mee kunt maken. Ook is het belangrijk dat je een goed zadel hebt. Als een zadel op het eerste gevoel hard aanvoelt, heb je een goed zadel te pakken. Wanneer je in een zadel wegzakt, ga je automatisch in een bepaalde houding zitten die je op den duur gaat opbreken.

#2. Zorg voor een goede voorbereiding

Voor een goede voorbereiding heb je oordopjes nodig. Tijdens de lange afstanden kun je last krijgen van het geluid van de rijwind. Dus niet perse van het geluid van je motor. Het gefluit van de wint kan zelfs je gehoor beschadigen als je je oren niet goed beschermt. Ook is het handig om je route vooraf uit te stippelen. De route kun je natuurlijk ook gemakkelijk in je GPS in typen, maar een papieren kaart heeft toch wel wat. Je vindt dan de mooiste weggetjes met veel bochten. Daarbij sla je de route op deze manier beter op. Verder is het verstandig om een goede Harley Davidson Jas aan te hebben of bij te hebben. Je weet maar nooit wat voor weer je aantreft in de verschillende landen.

#3. Neem regelmatig pauze

Door regelmatig pauze te nemen, is dat niet alleen goed voor jezelf maar ook voor andere verkeersdeelnemers. Je kunt dan wat eten, drinken, je benen strekken en je rust pakken. Als je moe begint te worden, is het tijd voor een pauze. Bij zo’n break neem je ongeveer 20 minuten rust per stop, waarbij je op die manier genoeg bent uitgerust om weer verder te gaan met je reis.

#4. Bezoek tijdig een tankstation

Wanneer je nog ongeveer één liter in de tank hebt, is het tijd om te tanken. In het buitenland weet je namelijk niet wanneer je weer een tankstation tegenkomt. In sommige landen en gebieden zijn tankstations schaars. Handig is ook om contant geld mee te nemen, omdat je niet overal kunt pinnen.

#5. Maak niet te veel kilometers op een dag

Wellicht is dit wel het belangrijkste punt. Stel jezelf de vraag: hoeveel kilometer ga ik per dag rijden? Af en toe je benen strekken en tussenstops heb je vast al ingepland. Alles bij elkaar genomen, moet je rekenen op maximaal 500 tot 800 kilometer per dag. Hierdoor blijf je tot het eind van de rit geconcentreerd. Ook kun je aan het eind van de dag voldaan een terrasje pakken. Let op: Ga je meerdere dagen toeren? Kijk dan wanneer je een ‘rustdag’ kan plannen, waarbij je een kortere afstand aflegt.

Mobiele versie afsluiten